Dag 3: De dode zee, Mozes en een hele oude kaart
De laatste dag in Amman. Vlug opstaan, ontbijten en in de bus naar de Dode Zee. Deze keer werden we vergezeld door Wafa, een gids die tijdens het rijden wat uitleg geeft. Zo ontdekten we dat de huizen in de binnenstad allemaal op dezelfde manier moeten worden gebouwd en dat er toch grote klasse verschillen zijn (20% van de kinderen gaan naar private scholen).
Ze legde ook hun stammenmaatschappij uit. Er zijn 15-20 stammen in Jordanië die elk tussen de 100.000-200.000 leden bevatten. Dit blijft ook heel belangrijk, zo wordt er gestemd op stamleden ongeacht waarvoor ze staan. Het heeft ook een sociale functie: als je niet kan betalen om jouw kind te laten studeren dan is er altijd wel een nonkel die betaalt. Volgens de gids is dit zonder verwachtingen. “Het is gewoon zo”. Als je aan de mensen vraagt van waar ze zijn dan zeggen ze steeds hun oorspronkelijke dorp, ook al wonen ze al dertig jaar ergens anders. Amman wordt ook niet als een woonplaats beschouwd want daar komt iedereen gewoon samen voor hun werk. Ze vertelde ook over hun economie, namelijk export van geleerde mensen naar het midden-oosten. Zij sturen dan geld terug en zo overleven de families en kunnen ze huizen kopen. De leerkrachten hier krijgen subsidies om te kunnen overleven. Zo krijgen ze een stuk grond van de overheid en de familie helpt dan mee om er een huis op te zetten. Daarnaast sprak ze ook kort over Jeruzalem (zo noemen zij eigenlijk Israël) en dat het geen nut heeft om kwaad te zijn. “De karma zal wel komen” en “ze leven in continue angst, wie wil dat nu”.
Na een klein uurtje rijden, kwamen we aan op onze bestemming: de Dode Zee. Het lijkt op een meer zoals een ander, maar met heel wat hotels errond. Onze gids geeft nog een laatste weetje mee: de zee (of eigenlijk het meer) verdampt elk jaar 1 meter water en binnen 50 jaar zal het er niet meer zijn. Dit door de Israëliërs die de rivier in de jaren 70-80 omleidden voor irrigatie.
Hopla naar de kleedkamers en zwembroeken aan (voordat het water weg is). Wat een raar gevoel om zo te drijven zonder er moeite voor te doen. Iline vond het geweldig en ik vond het vooral bizar. Bij het verlaten van de zee zie je pas hoe zout het water is. Het strand ziet op vele plaatsen wit van het zout. Iline had echter pech en kreeg een kleine allergische reactie op 1 van de 16 mineralen in de zee. Gelukkig had er iemand Cetrizine mee en 10 minuten later was de reactie weg. Iline was vooral ontgoocheld omdat ze graag een modderbad wou nemen, maar dat risico zagen we niet zitten.
Een snelle hap en terug op de bus naar de plek waar Mozes overleden is. De gids legde kort de geschiedenis uit maar het echt prachtige gedeelte was een perfect bewaarde mozaïek (die zo was omdat ze er een andere mozaïek hadden boven gelegd). Wafa legde uit dat de kunstenaars duidelijk geen echte giraffen kenden (ze gelijken eerder op dromedarissen) alsook de beer komt vooral voort uit de fantasie van de artiest. Maar toch zeer mooi om te zien.
Daarna reden we verder naar Madaba waar één van de oudste kaarten ooit ligt als mozaïek in een kerk. Echter hechte men hier vroeger geen waarde aan, in die mate zelfs dat men er een zuil op gezet heeft. Het resultaat was dan ook eerder wat ontgoochelend. Vooral omdat er toch wel wat geografische fouten in zaten 😁. we waren vandaag redelijk vroeg klaar met de stops dus wandelden we nog dat rond in Madaba. We bezochten een charmant restaurantje en palaverden wat in de winkelstraten om dan te eindigen in een gezellig café. De sfeer zit goed in de groep en er werd aardig wat afgelachen en straffe verhalen verteld. De afsluiter vond plaats in het hotel (Pilgrims House) waar we lekker maar braaf eten voor geschoteld kregen (ik heb het gevoel dat we hier veel kip met rijst en groeten gaan eten). Morgen wordt het een vroege dag want we vertrekken al om half acht naar Klein Petra. Dan kan het wandelen ook echt beginnen!