Dag 6: Verkenning van Ave d’Orgnac
Vandaag is een rustige dag. In onze trekking is een bezoek aan de grotten en het museum van de prehistorie van Orgnac inbegrepen. Gezien gisteren bleek dat dit letterlijk naast de deur van het hotel ligt, is er geen haast bij het ontbijt. Na het ontbijt nog even Titâne aandacht geven en dan richting grot gaan.
Daar blijken er ook rondleidingen in het Nederlands mogelijk te zijn. 1 à 2 per dag en toevallig 5 minuten nadat wij de vraag stelden. De gids blijkt een Vlaming te zijn die in het dorp woont, 5 talen spreekt en als pensioenbezigheid nog de Nederlandstalige rondleidingen verzorgt. Hij heeft al meer dan 7000 bezoeken aan de grot achter de rug en kent dit dus door en door.
Zijn uitleg is doorspekt met grapjes en opmerkingen rond milieubewustzijn. Een groter respect en bewondering voor de grot kan je denk ik niet vinden in een gids. En de grot; die is prachtig. Het doet je een beetje nietig voelen zo een bezoek. Waren wij 29-jarigen een stalagmiet, wij waren 2,9 mm groot… de grootste stalagmiet in de grot is 50 m… Na de rondleiding maakten Sander en ik een lijstje om onze milieu-impact nog wat terug te schroeven.
Na de grot wouden we graag het kleine toertje doen in de buurt van het park dat aangeraden werd in onze reisplannen. Ideaal, want dan konden we opnieuw picknicken in de natuur en kon Titâne nog wat grazen op onze stop. Het plan was goed, maar er waren 2 problemen. Nr 1: we konden blijkbaar het begin van de wandeling niet vinden. Nr 2: Titâne begon meer en meer te manken naarmate we meer doelloze toertjes deden op de gigantische parking van het park.
We maakten ons echt zorgen om Titâne haar hoeven en belden dus naar Trek’âne om raad te vragen. Die was duidelijk: Titâne moest terug naar haar park aan het hotel om verder te rusten. Ofwel was ze kwaad omdat haar vriendinnen deze ochtend vertrokken op tocht en zij niet (en doet ze dus alsof) ofwel heeft ze overbelaste hoeven en heeft ze nog rust nodig. Terug naar het hotel dus (op 20 m).
Na even zoeken zonder ezel vonden we wel de start van de korte wandeling en ontdekten we nog een paar verlaten plekjes in de kalkrotsen. Het deed ons deugd om toch nog eens de benen te strekken, maar we waren allebei blij dat het maar een korte wandeling was. En we waren allebei ook redelijk met onze gedachten bij Titâne.
Na onze wandeling bleek Titâne al bezoek gehad te hebben van haar bazinnen. Ze had ‘kousjes’ gekregen van duct tape met onderaan compressen om haar volledig klaar te stomen voor de tocht van morgen. We zijn benieuwd!
We sluiten de dag af met een menuutje op het terras van het hotel, met als special guest: de wilde everzwijnenfamilie (mama, papa en 3 kindjes) die de buurt ‘onveilig’ maakten. Ze kwamen echt tot op 10 m van het terras en vooral zeer dicht bij het ezelpark. Ik vermoed dat Titâne de familie wel kent, want een groot probleem bleek dit helemaal niet te zijn.